Het waardecirkelparadigma: Het opnieuw definiëren van waardecreatie in de circulaire economie

Welkom in het tijdperk van de ValueCircle™-een baanbrekend raamwerk dat ontworpen is om de grenzen van traditionele bedrijfsmodellen te overschrijden. Organisaties hebben te lang binnen de grenzen van waardeketens, stromen en netwerken gewerkt, vaak met beperkingen die het aanpassingsvermogen, ethische overwegingen en echte klantgerichtheid beperken. 

De ValueCircle herdefinieert de regels voor betrokkenheid door een allesomvattende, geïntegreerde aanpak te bieden die end-to-end waardecreatie, minimalisatie van afval, samenwerkende ecosystemen en betrokkenheid van de klant harmoniseert. Dit wordt bereikt door de verdiensten van bestaande theorieën samen te voegen en tegelijkertijd hun tekortkomingen te ontkennen. 

In een wereld die hongerig is naar innovatie en betekenisvolle waarde, is de ValueCircle de volgende grens van organisatorische uitmuntendheid. Lees verder om te ontdekken hoe dit transformatieve concept de ontbrekende schakel kan zijn in uw zoektocht naar een dynamischere, rechtvaardigere en veerkrachtigere organisatie.

De ValueCircle™ combineert de sterke punten van de waardeketen-, waardestroom- en waardenetwerktheorieën en vermindert tegelijkertijd hun beperkingen:

  1. End-to-end waardecreatie: Net als de waardeketen- en waardestroomtheorieën richt de ValueCircle zich op end-to-end waardecreatie, waarbij ervoor gezorgd wordt dat processen geoptimaliseerd worden van grondstoffen tot levering aan de klant.

  2. Afvalvermindering en continue verbetering: De ValueCircle integreert de Lean-principes van afvalvermindering en voortdurende verbetering uit de waardestroomtheorie. Dit zorgt ervoor dat activiteiten die geen waarde toevoegen tot een minimum worden beperkt en dat processen regelmatig worden verfijnd.

  3. Samenwerkend ecosysteem: Voortbouwend op het concept van het waardenetwerk leggen ValueCircles de nadruk op samenwerking binnen een onderling verbonden ecosysteem van belanghebbenden, waaronder leveranciers, partners, klanten en concurrenten. Dit bevordert wederzijds voordeel en gedeelde waardecreatie.

  4. Klantgerichtheid en co-creatie: De ValueCircle legt sterk de nadruk op het begrijpen van de behoeften van de klant en het co-creëren van producten en diensten. Dit komt overeen met het idee dat waarde binnen de organisatie wordt gecreëerd door actieve betrokkenheid van de klant.

  5. Positieve kern en ethische overwegingen: Het ValueCircle-concept omvat het idee van een positieve kern, die ervoor zorgt dat de waarden, cultuur en intenties van de organisatie de besluitvorming en interacties binnen het ecosysteem sturen.

  6. Aanpassingsvermogen en flexibiliteit: Geïnspireerd door de dynamische aard van het Value Network, omarmt de ValueCircle aanpassingsvermogen en flexibiliteit. Het erkent dat het ecosysteem en de marktomstandigheden kunnen veranderen, en belanghebbenden moeten bereid zijn om dienovereenkomstig te veranderen.

  7. Eliminatie van negatieve aspecten: Het ValueCircle-concept probeert negatieve aspecten te elimineren, zoals overmatige focus op silo’s, inefficiënte processen en gebrek aan samenwerking, die zich kunnen voordoen bij traditionele benaderingen.

Samengevat integreert ValueCircles de beste elementen uit de Value Chain, Value Stream en Value Network theorieën in een holistisch raamwerk. Het stimuleert end-to-end optimalisatie, afvalvermindering, samenwerking, klantgerichtheid, ethische overwegingen en aanpassingsvermogen binnen een onderling verbonden ecosysteem. Dit concept is gericht op het creëren van een gunstige, dynamische en waardegedreven organisatiestructuur, terwijl de beperkingen van eerdere theorieën worden aangepakt.

ValueCircle_Text_Copyright_Protected

Waarom een cirkel?

Een ronde tafel wordt om verschillende redenen vaak gezien als een meer rechtvaardige en inclusieve vorm van samenwerking:

  1. Gelijke zitplaatsen: In een ronde tafel hebben alle deelnemers gelijke zitposities zonder hiërarchie of machtsdynamiek die wordt aangegeven door de zitopstellingen. Deze fysieke opstelling symboliseert gelijk belang en moedigt een evenwichtige deelname aan.

  2. Zichtbaarheid en oogcontact: Ronde tafels bevorderen een betere zichtbaarheid en oogcontact tussen de deelnemers, wat een gevoel van verbondenheid en betrokkenheid bevordert. Dit bevordert open communicatie en stimuleert dat alle stemmen worden gehoord.

  3. Minder dominantie: Traditionele zitplaatsen aan het hoofd van de tafel kunnen er onbedoeld toe leiden dat bepaalde personen discussies domineren. Een ronde tafel verzacht dit door de prominentie van één persoon te verminderen en een meer inclusieve ruimte voor bijdragen te creëren.

  4. Beter luisteren: De cirkelvormige opstelling moedigt deelnemers aan om actief naar elkaar te luisteren, wat leidt tot een beter begrip en een sfeer van samenwerking.

  5. Minder barrières: Er zijn geen “voorste” of “achterste” plaatsen aan een ronde tafel, waardoor er minder fysieke barrières zijn die psychologische barrières tussen deelnemers kunnen creëren.

  6. Gevoel van gelijkheid: Een ronde tafel geeft een visuele boodschap van gelijkheid en gedeelde verantwoordelijkheid. Dit kan hiërarchische barrières helpen overwinnen en diverse deelname aanmoedigen.

  7. Gemakkelijkere betrokkenheid: Het is gemakkelijker voor deelnemers om met elkaar in contact te komen in een ronde tafelopstelling, omdat niemand op een afgelegen of minder toegankelijke plaats zit.

  8. Bevordering van inclusie: De cirkelvormige opstelling symboliseert inclusie en bevordert het idee dat elke deelnemer deel uitmaakt van een groter geheel, wat een gevoel van erbij horen stimuleert.

  9. Sfeer van samenwerking: De afwezigheid van een duidelijk “hoofd” aan tafel kan een meer coöperatieve en democratische omgeving creëren waarin alle stemmen even zwaar wegen.

  10. Flexibiliteit: Ronde tafels kunnen gemakkelijk aangepast worden aan verschillende groepsgroottes en discussies vergemakkelijken, waardoor ze voor verschillende doeleinden gebruikt kunnen worden.

Hoewel een circulaire opzet voordelen heeft, is het belangrijk om op te merken dat gelijkheid en inclusiviteit ook afhangen van de cultuur, de facilitering en de bereidheid van de deelnemers om zich actief met elkaar bezig te houden en naar elkaar te luisteren. De fysieke opstelling is slechts één element van het creëren van een rechtvaardige en inclusieve samenwerkingsomgeving.

Vergelijking

Ter referentie hebben we een beschrijving en kritiekpunten gegeven van de eerdere modellen:waardeketens,waardestromen enwaardenetwerken.

Waardeketens

De waardeketen theorie van Porter is een zakelijk raamwerk dat Michael Porter introduceerde in zijn boek “Competitive Advantage” (1985). Het is een model dat de verschillende activiteiten van een bedrijf opsplitst om een product of dienst te maken en te leveren. De theorie benadrukt dat het concurrentievoordeel van een bedrijf voortkomt uit haar producten en de manier waarop zij deze activiteiten uitvoert.

De waardeketen is onderverdeeld in twee hoofdcategorieën van activiteiten:

  1. Primaire Activiteiten: Deze zijn direct betrokken bij het maken, verkopen en ondersteunen van het product of de dienst. Deze omvatten:

    • Inkomende logistiek: Ontvangen, opslaan en distribueren van materialen.
    • Operaties: Grondstoffen omzetten in afgewerkte producten.
    • Uitgaande logistiek: Het eindproduct distribueren naar klanten.
    • Marketing en verkoop: Het product promoten en verkopen.
    • Klantenservice: Ondersteuning en hulp bieden aan klanten na de verkoop.
  2. Ondersteunende Activiteiten: Deze activiteiten zorgen ervoor dat de primaire activiteiten effectief kunnen functioneren. Deze omvatten:

    • Inkoop: Het vinden en verwerven van de benodigde middelen.
    • Ontwikkeling van technologie: Onderzoek, ontwikkeling en innovatie.
    • Personeelsbeheer: Werknemers werven, opleiden en managen.
    • Bedrijfsinfrastructuur: Algemene management- en infrastructuurfuncties.

De waardeketen theorie benadrukt dat bedrijven een concurrentievoordeel kunnen behalen door deze activiteiten te optimaliseren om de kosten te minimaliseren of hun producten/diensten te differentiëren. Door te begrijpen hoe elke activiteit bijdraagt aan het totale proces van waardecreatie, kunnen bedrijven gebieden voor verbetering en innovatie identificeren, wat uiteindelijk leidt tot een sterkere concurrentiepositie op de markt.

Punten van kritiek

Hoewel de waardeketen theorie, voorgesteld door Michael Porter, alom geprezen wordt voor zijn inzichten in het analyseren van bedrijfsactiviteiten, heeft het ook enkele potentieel negatieve aspecten en beperkingen:

  1. Focus op lineaire processen: De waardeketen theorie bekijkt processen lineair, van leveranciers tot klanten. Dit geeft misschien geen goed beeld van de complexe en dynamische interacties in de huidige onderling verbonden bedrijfsomgeving.

  2. Functionele silo’s: De verdeling van activiteiten in primaire en ondersteunende categorieën in de theorie kan soms functionele silo’s binnen organisaties versterken. Dit kan samenwerking tussen verschillende functies en holistische probleemoplossing in de weg staan.

  3. Te veel nadruk op kosten: Hoewel kostenreductie essentieel is, kan een exclusieve focus op kostenreductie binnen de Waardetheorie leiden tot het verwaarlozen van andere aspecten van waardecreatie, zoals innovatie en klantervaring.

  4. Gebrek aan extern perspectief: De waardeketen theorie richt zich voornamelijk op interne processen en houdt mogelijk niet volledig rekening met externe factoren, zoals technologische veranderingen, verstoringen in de industrie of verschuivende voorkeuren van klanten.

  5. Statische Weergave: De statische voorstelling van processen in de theorie is mogelijk niet geschikt voor de dynamische aard van bedrijfsactiviteiten, waarbij processen en relaties evolueren.

  6. Veronderstelling van een lineaire waardestroom: De theorie gaat uit van een lineaire waardestroom van leveranciers naar klanten. Waarde kan vaak in meerdere richtingen stromen, inclusief interacties tussen klanten en leveranciers.

  7. Verwaarlozing van Ecosysteem Dynamiek: De theorie houdt niet expliciet rekening met het bredere ecosysteem en samenwerkingsrelaties die bijdragen aan waardecreatie. Dit kan het begrip van de onderlinge afhankelijkheden in moderne bedrijfsomgevingen beperken.

  8. Vereenvoudiging van complexe realiteiten: Het Waardeketenmodel vereenvoudigt complexe bedrijfsactiviteiten in afzonderlijke activiteiten, waarbij mogelijk de fijne kneepjes die de prestaties beïnvloeden over het hoofd worden gezien.

  9. Verwaarlozing van klantbetrokkenheid: Hoewel de theorie het belang van klanten erkent, is het mogelijk dat ze de opkomende trend van co-creatie en betrokkenheid van klanten bij de ontwikkeling van producten/diensten niet volledig weergeeft.

  10. Beperkte Toepassing op Dienstenindustrieën: Hoewel de Waardeketen Theorie in eerste instantie ontwikkeld werd met productiebedrijven in het achterhoofd, zou het een beperkte toepasbaarheid en relevantie kunnen hebben voor dienstverlenende industrieën.

Het is belangrijk om op te merken dat, hoewel de waardeketen theorie deze potentiële beperkingen heeft, het nog steeds een waardevol kader biedt voor het analyseren en verbeteren van bedrijfsactiviteiten. Met deze beperkingen moet echter rekening worden gehouden bij het toepassen van de theorie in de praktijk en bij het zoeken naar een meer holistische en aanpasbare aanpak voor het creëren en leveren van waarde.

Waardestromen

De waardestroomtheorie, vaak geassocieerd met Lean denken, is een concept dat zich richt op de end-to-end processen die betrokken zijn bij het leveren van waarde aan klanten. Het doel is om verspilling te elimineren, processen te stroomlijnen en de efficiëntie te verbeteren om het proces van waardecreatie en -levering te verbeteren.

De belangrijkste punten van de waardestroomtheorie zijn:

  1. End-to-End-perspectief: In tegenstelling tot traditionele functionele silo’s, bekijken waardestromen processen holistisch, van de eerste grondstoffen tot de uiteindelijke levering aan de klant. Deze aanpak helpt bij het identificeren van mogelijkheden voor verbetering in de hele waardeketen.

  2. Activiteiten die waarde toevoegen en activiteiten die geen waarde toevoegen: Het in kaart brengen van de waardestroom (een belangrijk hulpmiddel in de waardestroomtheorie) helpt om onderscheid te maken tussen activiteiten die direct bijdragen aan het creëren van waarde (waarde toevoegen) en activiteiten die dat niet doen (niet-waarde toevoegende of verspillende activiteiten). Het doel is om activiteiten die geen waarde toevoegen te minimaliseren of te elimineren.

  3. Afvalvermindering: Het kernprincipe van de waardestroomtheorie is het identificeren en elimineren van verschillende vormen van verspilling, zoals overtollige voorraad, overproductie, wachttijden, onnodig transport, defecten en nog veel meer. Hierdoor kunnen organisaties efficiënter werken en de kosten verlagen.

  4. Stroomoptimalisatie: De waardestroomtheorie streeft naar een vlottere stroom van werk door knelpunten, vertragingen en onderbrekingen in de waardestroom te minimaliseren. Deze optimalisatie leidt tot kortere doorlooptijden en een beter reactievermogen van de klant.

  5. Continue verbetering: Net als Lean-principes bevordert de waardestroomtheorie een cultuur van voortdurende verbetering. Organisaties analyseren regelmatig hun waardestromen om nieuwe mogelijkheden voor afvalvermindering en efficiëntieverbetering te identificeren.

  6. Klantgerichtheid: Het primaire doel van de waardestroomtheorie is om op een effectievere manier waarde aan de klant te leveren. Organisaties kunnen producten en diensten creëren die beter aan de verwachtingen van de klant voldoen door de behoeften van de klant te begrijpen en de processen daarop af te stemmen.

Samengevat is de waardestroomtheorie een systematische aanpak die end-to-end processen optimaliseert om waarde voor klanten te creëren terwijl verspilling tot een minimum wordt beperkt. Het is een centraal element van het Lean-denken en helpt organisaties om efficiënter te werken, de kosten te verlagen en de klanttevredenheid te verbeteren.

Punten van kritiek

Hoewel de waardestroomtheorie waardevolle inzichten biedt in procesoptimalisatie, heeft deze ook potentiële negatieve aspecten en beperkingen:

  1. Te veel nadruk op efficiëntie: Een sterke focus op efficiëntie en afvalvermindering kan onbedoeld leiden tot het verwaarlozen van bepaalde aspecten van creativiteit, innovatie en flexibiliteit, die ook belangrijk zijn voor succes op lange termijn.

  2. De complexiteit van het in kaart brengen: Het in kaart brengen van waardestromen kan complex en tijdrovend worden, vooral in grotere organisaties met ingewikkelde processen. Deze complexiteit kan de praktische toepassing soms belemmeren.

  3. Beperkte Focus op Externe Factoren: De waardestroomtheorie concentreert zich voornamelijk op interne processen en houdt mogelijk onvoldoende rekening met externe marktdynamiek, klantgedrag en verstoringen in de sector.

  4. Perspectief op korte termijn: Hoewel de waardestroomtheorie uitstekend is voor het stroomlijnen van bestaande processen, biedt het misschien geen allesomvattend kader voor strategische planning en innovatie op lange termijn.

  5. Onderschatting van de rol van mensen: De theorie zou onbedoeld het belang van mensen en hun rollen binnen processen kunnen onderschatten, door zich voornamelijk te richten op procesoptimalisatie.

  6. Toepasbaarheid op Niet-Lineaire Processen: De lineaire benadering van de waardestroomtheorie zou minder effectief kunnen zijn voor processen die geen duidelijke lineaire stroom volgen, zoals creatief of op kennis gebaseerd werk.

  7. Uitdaging van standaardisatie: Hoewel standaardisatie de sleutel is tot het stroomlijnen van processen, kunnen sommige taken en projecten een niveau van uniciteit en maatwerk vereisen dat niet gemakkelijk in gestandaardiseerde value stream mapping past.

  8. Risico op verlies van context: De sterke nadruk op afvalvermindering kan soms leiden tot het over het hoofd zien van contextuele factoren die belangrijk kunnen zijn voor bepaalde processen of projecten.

  9. Het moreel van werknemers over het hoofd zien: Het streven naar efficiëntie kan onbedoeld een omgeving creëren waarin werknemers zich onder druk gezet voelen om snel te presteren, wat het moreel en het welzijn kan aantasten.

  10. Gebrek aan focus op klantervaring: De waardestroomtheorie erkent weliswaar de waarde voor de klant, maar gaat misschien niet uitgebreid in op de emotionele en ervaringsaspecten van klantinteracties.

Het is belangrijk om de waardestroomtheorie met een evenwichtig perspectief te benaderen, waarbij de sterke punten op het gebied van procesoptimalisatie en afvalvermindering erkend worden, maar waarbij ook rekening gehouden wordt met de beperkingen van de theorie om de volledige reikwijdte van de bedrijfsdynamiek en strategische planning op lange termijn te omvatten. Door het te combineren met andere concepten en raamwerken kunnen deze beperkingen worden aangepakt en kan een meer holistische benadering van waardecreatie worden gecreëerd.

Waarde Netwerken

Waardenetwerktheorie is een concept dat de onderlinge relaties tussen verschillende organisaties, individuen en entiteiten binnen een bedrijfstak of markt benadrukt. Het erkent dat waardecreatie niet beperkt is tot één bedrijf, maar samenwerking en interacties tussen verschillende belanghebbenden impliceert.

Belangrijke punten over de Waardenetwerktheorie:

  1. Onderling verbonden relaties: In een waardenetwerk werken organisaties en individuen samen, delen middelen en wisselen informatie uit om gezamenlijk waarde te creëren en te leveren aan klanten. Deze relaties kunnen leveranciers, partners, distributeurs, klanten en zelfs concurrenten omvatten.

  2. Ecosysteemperspectief: De Waardetheorie gaat verder dan alleen de activiteiten van één bedrijf. In plaats daarvan wordt gekeken naar het bredere ecosysteem waarin een bedrijf opereert en hoe verschillende actoren binnen dat ecosysteem bijdragen aan waardecreatie.

  3. Wederzijds voordeel: Samenwerking binnen een waardenetwerk wordt gedreven door wederzijds voordeel. Elke deelnemer brengt unieke sterke punten en middelen in die, wanneer ze gecombineerd worden, het algemene waardevoorstel aan klanten verbeteren.

  4. Dynamische aard: Waardenetwerken zijn dynamisch en kunnen in de loop van de tijd evolueren. Naarmate de technologie, marktomstandigheden en klantenvoorkeuren veranderen, kunnen de samenstelling en structuur van het netwerk ook worden aangepast.

  5. Co-creatie: De Value Network Theory sluit aan bij het idee van co-creatie, waarbij klanten en andere belanghebbenden actief deelnemen aan het vormgeven van producten, diensten en ervaringen. Deze aanpak leidt tot aanbiedingen die beter aansluiten bij de behoeften van de klant.

  6. Innovatie en flexibiliteit: Waardenetwerken bevorderen innovatie door de uitwisseling van ideeën en expertise tussen verschillende deelnemers te vergemakkelijken. Organisaties binnen het netwerk kunnen zich snel aanpassen aan veranderingen en profiteren van nieuwe kansen.

Samengevat erkent de Waardetheorie dat waardecreatie een gezamenlijke inspanning is waarbij meerdere belanghebbenden samenwerken in een onderling verbonden ecosysteem. Deze theorie moedigt organisaties aan om sterke relaties te onderhouden, middelen te delen en zich aan te passen aan veranderende omstandigheden om gezamenlijk superieure waarde te leveren aan klanten en de markt.

Punten van kritiek

Hoewel de Waardetheorie de aandacht vestigt op samenwerking en ecosysteemdynamiek, heeft het ook potentiële negatieve aspecten en beperkingen:

  1. Complexiteitsbeheer: Voor het beheren van relaties en interacties binnen een waardenetwerk zijn speciale middelen en inspanningen nodig om effectieve communicatie en coördinatie te onderhouden.

  2. Afhankelijkheidsrisico’s: Organisaties binnen een waardenetwerk kunnen te afhankelijk worden van bepaalde partners, leveranciers of medewerkers, wat kan leiden tot kwetsbaarheid als die afhankelijkheden worden verstoord.

  3. Conflictoplossing: Samenwerkingsomgevingen kunnen soms leiden tot belangenconflicten of meningsverschillen tussen netwerkdeelnemers. Het oplossen van deze conflicten kan veel tijd en moeite kosten.

  4. Intellectueel eigendom delen: Samenwerking binnen een waardenetwerk kan het delen van eigendomsinformatie of intellectueel eigendom vereisen, wat leidt tot zorgen over de bescherming van waardevolle activa.

  5. Vertraging bij besluitvorming: Collaboratieve besluitvorming binnen een waardenetwerk kan soms leiden tot vertragingen omdat er gezocht wordt naar consensus tussen verschillende belanghebbenden, wat de wendbaarheid en het reactievermogen kan beïnvloeden.

  6. Privacy en beveiliging van gegevens: Het delen van gegevens en informatie binnen een waardenetwerk kan zorgen oproepen over privacy en beveiliging, vooral in sectoren met strenge wettelijke vereisten.

  7. Uitdagingen voor afstemming: Het kan een uitdaging zijn om ervoor te zorgen dat alle netwerkdeelnemers een gemeenschappelijke visie en doelstellingen delen, omdat verschillende organisaties verschillende prioriteiten en belangen kunnen hebben.

  8. Ongelijke bijdrage: Sommige deelnemers binnen een waardenetwerk kunnen meer bijdragen dan anderen, waardoor er een potentieel onevenwicht ontstaat in het creëren van waarde en de verdeling van voordelen.

  9. Coördinatiekosten: Hoewel samenwerking waardevol is, kan het ook coördinatiekosten met zich meebrengen met betrekking tot tijd, middelen en managementinspanningen om alle partijen op één lijn te houden en betrokken te houden.

  10. Aanpassingsvermogen aan verandering: Waardenetwerken moeten zich mogelijk snel aanpassen aan veranderingen in de markt of in het technologielandschap, wat een uitdaging kan zijn als er binnen het netwerk weerstand tegen verandering bestaat.

  11. Vertrouwen en reputatie: Het opbouwen en behouden van vertrouwen tussen netwerkdeelnemers is essentieel. Negatieve acties of reputatieproblemen van één deelnemer kunnen de geloofwaardigheid van het hele netwerk aantasten.

Het is essentieel om rekening te houden met deze potentiële negatieve aspecten bij het implementeren van de Waardetheorie. Hoewel de theorie samenwerking en ecosysteemdenken promoot, moeten organisaties ook voorbereid zijn op het beheren van complexiteiten, conflicten en andere uitdagingen in een collaboratieve bedrijfsomgeving.

Are You Ready to Co-Create Lasting Impact?

Let's Shape the Future Together
INQUIRY